Kwakoe
×
Kwakoe Kwakoe
Nederlands
2013
Vanaf 15 jaar
De zwarte slaaf Thomas was in zijn kinderjaren bevriend met de zoon van de plantage-eigenaar. Maar daar komt verandering in als Jacob en Thomas verliefd worden op hetzelfde meisje. Dat heeft heel grote gevolgen. Vanaf ca. 15 jaar.
Titel Kwakoe
Auteur Bart Römer
Taal Nederlands
Uitgever Vianen: The House of Books, 2013
256 p.
ISBN 9789048828746

Leeswelp

285 jaren liggen er tussen de tijd dat Thomas als slaaf op een Surinaamse plantage werkt en in Hollywood de Oscar voor de beste film wordt uitgereikt aan Steve McQueens 12 Years a Slave. In die periode is onze kijk op slavernij en kolonialisme grondig veranderd. Denk aan het grote succes van Congo van David van Reybrouck, de recente discussie in Nederland over Zwarte Piet en in maart 2014 de hierboven vermelde bekroning.
In Kwakoe beschrijft Bart Römer het leven van slaven op een plantage zoals zich dat in de eerste helft van de achttiende eeuw zou kunnen hebben afgespeeld. Hoofdpersoon van het verhaal is Thomas, die als zuigeling op de plantage Nieuw-Holland is aangekomen, bedoeld als speelkameraadje voor het zoontje van de plantagehouder. Een vriendschap die als de jongens wat ouder zijn, omslaat in een smeulende haat bij Jakob, die vindt dat Thomas hen publiekelijk heeft vernederd. Een haat die nog toeneemt als ze allebei hun oog laten vallen op hetzelfde meisje, Kwasiba. Thomas heeft als slaaf een enigszins bevoorrechte positie. Zijn meester, Cornelis Colebrander, heeft hem in dienst als persoonlijke slaaf, manusje-van-alles, heeft hem leren lezen en schrijven en wil hem zelfs naar school laten gaan zodat hij later als secretaris kan functioneren.
Zover zal het echter niet komen, want de situatie op de plantages wordt bedreigd door onrust onder de slaven en door overvallen van marrons, weggelopen slaven. Intussen doet Jakob er alles aan om de positie van Thomas te ondermijnen. Vertoont het beleid van Colebrander nog enige menselijkheid tegenover zijn slaven, dan is zijn zoon Jakob een toonbeeld van meedogenloze wreedheid. Jakob deinst er niet voor terug Kwasiba te misbruiken in zijn vete met Thomas. Zelfs het feit dat Thomas hem het leven redt, verandert niets aan zijn houding. Uiteindelijk is ook voor Thomas de maat vol en sluit hij zich aan bij een groepje opstandige lotgenoten en ontpopt zich algauw tot hun leider. De naam Thomas, die hem als slaaf gegeven werd, schudt hij van zich af. Van nu af gaat hij door het leven als Kwakoe. In de slothoofdstukken bereikt het verhaal een dramatisch hoogtepunt als Kwasiba, na door Jakob mishandeld te zijn, moet bevallen. Kwakoe is bij haar. De moeder sterft, het kind leeft.
Kwakoe en Kwasiba zijn twee jonge mensen die elk proberen hun toekomstdroom steeds voor ogen te houden. De keuzes die ze daarvoor moeten maken, worden soms door de omstandigheden gecorrumpeerd. Het in sommige passages veelvuldige gebruik van Sranan draagt wel bij aan de couleur locale, maar hindert bij het lezen.
[Herman Kakebeeke]

NBD Biblion

W. van der Pennen-Schleicher
De zwarte slaaf Thomas is als baby op een plantage in Suriname beland, waar hij nu als persoonlijke bediende werkt voor de eigenaar. In zijn kinderjaren was hij bevriend met diens zoon Jacob, maar daar komt verandering in als hij Jacob voor het oog van de andere slaven vernedert. Jacob koestert na die dag een diepe haat voor Thomas. Hij grijpt alles aan om hem het leven nog moeilijker te maken, zeker als zijn vader overlijdt en hij de scepter over de plantage zwaait. Zijn beleid is zo wreed dat de slaven in opstand komen. In 1729 wordt Thomas als leider van de opstand gekozen; hij neemt zijn eigen naam weer aan: Kwakoe. In het soepel vertelde verhaal draait het om het avontuur; de gebeurtenissen worden verteld in al hun gruwelijke details. Thomas/Kwakoe voelt zich moreel verplicht zijn baas te dienen, wat hem ook wordt aangedaan door diens zoon. Achter in het boek staan een verantwoording, een nawoord, een literatuuroverzicht, website en een woordenlijst. Een beeldend verteld, spannend avonturenverhaal, waarin echter de nuance ontbreekt. Vanaf ca. 15 jaar.

Pluizer

Kwakoe
Hilde Ureel - 22 januari 2015
Thomas komt al als baby op de suikerrietplantage Nieuw-Holland terecht. Als kind en jongere verwerft hij een wat bevoorrechte positie bij de plantagehouder. Op die manier krijgt hij de kans om te leren lezen en schrijven en wordt hij de loopjongen van de baas. In zijn kindertijd is hij het speelkameraadje van Jacob, de zoon des huizes. Maar wanneer Thomas Jacob het onderspit doet delven in het bijzijn van verschillende slaven verandert de vriendschap ineens in haat. Jacob neemt op zoveel mogelijk manieren wraak op Thomas. Ondertussen groeit er ongenoegen bij de slaven en dreigt er een opstand. Thomas wordt heen en weer geslingerd tussen zijn loyaliteit voor zijn baas, de wreedheid van Jacob en zijn positie als één van de slaven.
Er wordt een mooi en vaak zelfs aangrijpend beeld geschetst over de twijfel die Thomas voelt. Hij is de oude plantagehouder enorm dankbaar voor de kansen die hij van hem gekregen heeft en voor de genegenheid die hij af en toe voelt, maar hij is er zich tezelfdertijd heel goed van bewust dat ook voor hem de regels voor de slaven gelden als puntje bij paaltje komt.
Boeiend en vaak spannend verhaal over het leven van slaven in de plantages van Suriname. Dit boek zal zeker in de smaak vallen bij jongeren die geïnteresseerd zijn in het onderwerp slavernij.