De autobiografische geschriften van Frederick Douglass (1818-1895) beleven herdruk op herdruk in de Verenigde Staten. Dit is een een nieuwe vertaling in het Nederlands van het boek dat over zijn leven als zwarte slaaf handelt. Het verscheen in 1845 en was al bij zijn leven een internationale bestseller. Hij vertelt van de vrouwen in zijn jeugd, het leven op verschillende plantages in het zuiden, de verschillen tussen slavenhouders en meesters door wie hij werd ingehuurd. Hij is een meesterlijk observator van menselijk gedrag. Toen hij zestien jaar was, vocht hij urenlang met een van de meesters omdat hij zich niet meer wilde laten slaan. Hij kwam toen ook tot het besef dat hij vrij wilde zijn. Douglass maakt er veel werk van om te vertellen hoe moeilijk het was om te ontsnappen naar een vrije staat zoals New York, niet alleen vanwege de jacht op weggelopen slaven maar ook door de peilloze angst voor mislukking. Douglass werd later een voorman van de beweging voor afschaffing van de slavernij. Met een uitgebreid voorwoord van Laura Visser-Maessen en nawoord van hemzelf.