Tim logeert bij opa en oma. Zijn grootouders wonen aan een groot plein waar het juist kermis is. Steeds weer ziet Tim er een boos meisje rondlopen. Samen met opa gaat Tim in de spooktent. Tot zijn schrik grijpt daar een spook hem naar de keel. Het meisje, dat Jette heet en op de kermis woont, daagt hem uit midden in de nacht langs de regenpijp het huis uit te klimmen. Ze wil dat hij met haar in de botsauto's gaat rijden. Maar dat loopt wel even anders af dan ze gehoopt hadden. Toch heeft hun avontuur ook nog een goed resultaat: Jette en haar moeder zullen in een huis gaan wonen in het dorp waar ook Tim woont. Zo kunnen ze vrienden blijven. Verhaal met spannende momenten over een onderwerp dat kinderen vanaf ca. 7 jaar wel zullen weten te waarderen. Helaas werd in de poging de tekst tot AVI-niveau 5 te beperken nogal kwistig rondgestrooid met onvolledige en gehakte zinnen. Het gedicht over de dolfijn Spetter - achter in het boek - bevat foutieve hoofdletters. Grappige, met aquarelverf ingekleurde pentekeningen geven op een leuke manier het gebeuren weer.