Scrooge en kleine Tim : a Christmas Carol bewerkt door Serge Simonart
Details
119 p.
Besprekingen
De Standaard
Er gaat geen Kerstmis voorbij of er verschijnt ergens wel een of andere versie van A Christmas carol in prose. Being a ghost story of Christmas, het kerstverhaal dat Charles Dickens in 1843 publiceerde en dat een instantsucces was. Het is een heilig huisje, en toch ook weer niet.
De kerstvertelling van de schrijver van David Copperfield en A tale of two cities is het prototype van het verhaal met een moraal en een happy end. Perfect voor de tijd van het jaar. Houden zo, zou je denken, want verbeteren lijkt onmogelijk, maar blijkbaar voelt niemand zich geremd om het zich toe te eigenen. Van Dickens' boek zijn er niet alleen vertalingen (van letterlijk tot losjes geparafraseerd en ingekort), maar ook parodieën, bewerkingen, geïllustreerde versies, musicals, verfilmingen (van Disney tot The Flintstones en de Smurfen tot de Muppets) en zelfs vervolgverhalen gemaakt.
Dit jaareinde heeft journalist en touche-à-tout Serge Simonart de Nederlandse vertaling nog eens vlot getrokken. Waarom ook niet? Hij brengt, naast Ebenezer Scrooge, de vrek die tot inkeer komt, Tiny Tim meer naar voor, tot in de nieuwe titel: Scrooge en kleine Tim. Deze bewerking is vooral een hebbeding, met glitter op de kaft, goud op snee en gemarmerde schutbladen.
Even aantrekkelijk van vorm is Dickens' kerstverhaal - alleen jammer van die abrupte onpersoonlijke titel. Dit boekje past in de reeks hervertelde versies van 'wereldklassiekers' bij uitgeverij Blossom Books. Merel Leene tekent verantwoordelijk voor de tekst en in een nawoord probeert ze haar ingrepen te verdedigen. Sophie Pluim leverde enkele illustraties in zwart-wit.
Eén ding is zeker. Stuk kan het verhaal van meester-verteller Charles Dickens niet. Of neen, twee dingen zijn zeker. Niets kan het 177 jaar oude origineel, tekst en illustraties (van cartoonist John Leech), doen verbleken.
De nieuwe Nederlandse versies kunnen wel opstapjes naar het origineel zijn.