Achtung, Europa! : een eigentijdse waarschuwing
×
Achtung, Europa! : een eigentijdse waarschuwing Achtung, Europa! : een eigentijdse waarschuwing
Nederlands
© 2025
Volwassenen
Verzameling essays over het opkomende fascisme in de jaren dertig, met bijzondere aandacht voor het nationaalsocialisme in Duitsland.
Genre Essays
Titel Achtung, Europa! : een eigentijdse waarschuwing
Auteur Thomas Mann
Vertaler Piet Meeuse
Inleider Arnon Grunberg
Taal Nederlands, Duits
Oorspr. taal Duits
Oorspr. titel Achtung, Europa! 1933-1938
Uitgever Amsterdam: Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2025
261 p.
ISBN 9789029553001

De Standaard

Broeder Hitler, Thomas Manns spiegelbeeld
Bart Brinckman - 07 juni 2025

Eind jaren 30 leefde de kleurrijke, Duitse familie Mann al jaren in ballingschap in Zwitserland. Vader Thomas Mann (1875-1955) had zich meermaals publiekelijk uitgesproken als tegenstander van Adolf Hitler en het nazisme, zijn vrouw Katia was bovendien van Joodse afkomst. En als een familie van kunstenaars, schrijvers en intellectuelen, werden ze in Duitsland sowieso geviseerd. In 1936 werd Thomas Mann officieel het Duitse staatsburgerschap ontnomen door het naziregime, wat hun ballingschap definitief maakte.

Het gezin Mann stond op het punt om vanuit Zwitserland naar de Verenigde Staten te emigreren, toen Mann in 1938 Achtung, Europa! publiceerde, een bundel essays waarin hij het fascisme, het nationaalsocialisme en de Duitse dictator genadeloos fileerde. Daar is nu een heruitgave van, met een voorwoord door Arnon Grunberg. In de oorspronkelijke uitgave was 'Het uur U' (in deze editie een hoofdstuk halverwege) het voorwoord: die tekst ademt bodemloze boosheid, verontwaardiging en teleurstelling. Europa, zo schrijft hij, heeft de kans gemist om de nazidictatuur ten val te brengen. De winnaar van de Nobelprijs Literatuur (1929) wilde met deze essays zijn “plicht vervullen jegens de mensheid”.

Mann roskamt de Britse en Franse platbroeken (de eerste ministers Neville Chamberlain en Édouard Daladier) die Hitler in september 38 Sudetenland cadeau deden. Ze hoopten, tevergeefs bleek achteraf, zijn territoriale honger te stillen en een nieuwe oorlog af te wenden. De schrijver begrijpt niet dat Duitsland als een “normale staat” wordt behandeld, met “criminelen” als vertegenwoordigers. Hij snapt niet dat ze Hitlers “vredestoespraken” geloven en kan bovenal niet vatten dat de wereld ongevoelig blijft voor “de gruwelen van de concentratiekampen, de folteringen en de moorden, de Joden- en de christenvervolgingen”.

De gramschap gaat recht naar het hart. Wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd haar te herhalen. De waarschuwing waarvan Achtung, Europa! al in de titel doordrongen is, heeft daarom als echo uit het verleden niets aan actualiteit ingeboet. “Elke toegeeflijk- heid, elke concessie wordt door een dergelijke tegenstander geïnterpreteerd als een zwakte en dus als een uitnodiging om verder te gaan”, schrijft vertaler Piet Meeuse in zijn inleiding. De parallel met de Russische dictator Vladimir Poetin en Oekraïne doemt op. Agressie vraagt om een heldere afwijzing, anders wenkt het hellend vlak.

Romantische barbarij

Hitler en het nazisme mogen dan als het “absolute kwaad” staan geboekstaafd, niets belet dat de geschiedenis zich herhaalt. “Hoe kunnen we vermijden dat het fascisme ooit terug uit de moederschoot kruipt?”, vraagt Arnon Grunberg zich in een slim voorwoord af. De democratie afschaffen om haar tegen zichzelf te beschermen, is natuurlijk geen oplossing. In historische kringen woedt flink wat discussie over de vraag of dit tijdsgewricht parallel loopt met die vermaledijde jaren 30. Op het eerste gezicht doemen talloze argumenten op.

In de Verenigde Staten en Europa voert het rechts-populisme het hoge woord. Autocratische leiders kunnen op flink wat sympathie rekenen. De fatsoensnormen schuiven, geweld wordt minder geschuwd. Dan lezen de analyses van een erudiete Duitser tijdens de hoogdagen van het fascisme als een onloochenbaar noodsignaal. Mann stelde zich strijdbaar op: tegen de “romantische barbarij” viel er best iets in te brengen, in tegenstelling tot generatiegenoten die vonden dat “wat gefluit” een “oceaan” niet kon tegenhouden.

Pasklare antwoorden levert de bundel niet, al sterkt Mann ongetwijfeld de wegbereiders van het verzet tegen radicaal-rechts in hun overtuiging. Grunberg citeert de Oostenrijkse schrijver Joseph Roth (1894-1939), die vond dat Mann “beter kon schrijven dan denken”. Dat klinkt best gemeen. De banneling zag veel, maar zag inderdaad niet álles goed. Vanuit het buitenland kon Mann de diepte van de afgrond niet peilen, van Auschwitz was nog geen sprake. Hij verkeek zich op de onvermijdelijke oorlogsfinaliteit en het tot stand komen van het Duits-Italiaanse bondgenootschap. En, het pijnlijkste van allemaal, de moorddadige reikwijdte van de Stalin-dictatuur miste hij compleet.

Dat verklaart mede zijn boosheid over München. Zijn uitgangspunt - “oorlog had de val van Hitler betekend” - is zeer betwistbaar. Toch blijft de conclusie overeind. De overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog plaatsten Duitsland twintig jaar later in het winnende kamp. Mann interpreteerde het Verdrag van München, haast zes jaar na de binnenlandse machtsgreep, als een nieuwe coup, maar dan op Europees niveau. Hij sluit af met een verrassend optimistische noot, waarbij de fascisering van Europa uiteindelijk zou uitmonden in een Verenigde Staten van Europa.

Een lang traktaat over de componist Richard Wagner sluit de bundel af. Mann schreef het al in januari 33 en ging met een verkorte versie de boer op. De tekst viel erg slecht in München, waarnaar hij vanuit Lübeck was verhuisd. Notabelen en media kozen de kant van de nieuwe machthebber, en vonden dat Mann van Wagner, 'Hitlers componist', moest afblijven. Er volgde een arrestatiebevel. De familie verbleef in Zwitserland en kon dus niet meer terug naar Duitsland. Volgens biograaf Tilmann Lahme zou Mann dat “Münchener Protest”, het verzet van “zijn mensen” tegen hem, tot het einde van zijn dagen meedragen.

Bedorven literatuur

Niet voor het eerst ontbreekt er context in deze bundel. Dit incident was de eerste stap naar het verlies van Manns staatsburgerschap. Toen de universiteit van Bonn hem vervolgens liet weten dat hij niet langer de titel van eredoctor mocht dragen, doopte hij zijn pen in vitriool. Aan zijn eredoctoraat van Harvard viel alvast niet meer te tornen. Hij wees op de ironie van het lot: “Ik ben eerder als representant van mijn land dan als martelaar geboren.” Als kunstenaar wilde de auteur boven de politiek staan, maar “ik kon onmogelijk zwijgen bij het zien van dit onvergeeflijke kwaad”.

Manns boeken, De Buddenbrooks, De Toverberg en De dood in Venetië, zijn wereldliteratuur. Maar dat garandeert niet dat Manns politieke essays vlot leesbaar zijn. Een geplande lezing voor de Volkenbond in 1935 leverde de titel voor de bundel. Op vraag van zijn uitgever liet Mann verstek gaan, er waren al problemen genoeg. De schrijver liet dan maar de tekst voorlezen waarin hij de “collectivistische roes” hekelde en de “reusachtige golf van barbarij” betreurde die Europa overspoelde. “Het stompzinnig massadenken is niet van de lucht. Slierten bedorven literatuur (...) benemen je de adem.”

Dat was het opstapje naar een doorwrochte analyse waarin hij de democratie afzet tegen het fascisme. Intelligentie, karakter, en zin voor waarheid vallen niet te rijmen met het fascisme. Maar hij begrijpt de charme. De democratie liet na om zich te vernieuwen en wordt als “verrot en verouderd” afgedaan. Het fascisme lijkt hem een “behoorlijk verwend kind” van zijn tijd. Mann staat stil bij de manier waarop het begrip 'cultuur van onderaf' “het begripsvermogen van het gepeupel” laat bepalen wat kunst is, wat ertoe leidde dat Duitse expressionisten als ontaarde kunstenaars werden tentoongesteld.

Massahypnotiseur

Democratie daarentegen verheft de mens: ze bevrijdt, leert denken, voedt op. Toch is Mann niet blind voor de manier waarop het nationaalsocialisme het Duitse volk opnieuw zelfvertrouwen geeft. Daarom moet de democratie “het harnas aantrekken tegen de doodsvijanden” en zichzelf een sociaal gelaat aanmeten, zoals de Amerikaanse president Theodore Roosevelt dat met de New Deal voordeed. (De auteur verhuisde ondertussen naar de VS en profiteerde er van een lucratief lezingencircuit.)

Die strijdjaren waren “moreel gezien een goede tijd”, zou Mann later schrijven. Ze zorgden voor een “vereenvoudiging van de gevoelens”. In 'Broeder Hitler', het intrigerendste essay, gaat Mann aan het toveren. “Niemand ontkomt eraan zich met zijn troebele figuur bezig te houden - dat komt door de politiek, die op grof effectbejag is gericht.” Op een weergaloze manier doorgrondt Mann het succes van deze “massahypnotiseur” die “het hulpeloze Europa van vandaag in de ban houdt”; vandaag zou dat zomaar over de Amerikaanse president Donald Trump gezegd kunnen worden.

“De onnoemelijk inferieure maar op grote schaal effectieve welbespraaktheid” slaat hem met verstomming. Uitdagend legt Mann er een laag bovenop. Hij ziet een “pijnlijke verwantschap” tussen de dictator en hemzelf: het kunstenaarsbestaan, het gevoel voorbestemd te zijn, de eerzucht, dromen van grootheid en verering, het antidemocratische ressentiment waarmee de jonge Mann worstelde. De lijst van gelijkenissen is al snel een bladzijde lang. “Als krankzinnigheid in combinatie met bedachtzaamheid genie is, dan is die man een genie.”

Zijn uitgever kreeg koude voeten en overtuigde Mann om deze apotheose te schrappen. Uiteindelijk verscheen dit essay in het voorjaar van 1939 in het mannenblad Esquire, tussen de schaarsgeklede vrouwen. Ondertussen bleek overvloedig dat Europa niet naar hem luisterde. Mann toverde die morele nederlaag om tot een overwinning door zichzelf als symbool van het Duitse humanisme uit te roepen. Zijn geloof in dat sociaal humanisme klinkt hoogdravend, de zoektocht naar een weg tussen fascisme en bolsjewisme is weinig tastbaar. Maar zijn hooggestemde idealen vielen niet te loochenen.

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een verzameling essays van de Duitse auteur Thomas Mann over fascisme. Mann waarschuwt voor het opkomende fascisme in de jaren dertig. In de verschillende essays analyseert hij de gewelddadige aard van het fascisme en de bedreiging die het vormt voor democratie en rechtsstaat. Ook gaat hij uitgebreid in op Richard Wagner. De essays zijn vertaald en voorzien van een inleiding door Piet Meeuse. Arnon Grunberg heeft een voorwoord geschreven voor deze uitgave. Het boek dient als een oproep aan Europese burgers om waakzaam te zijn voor de gevaren van fascisme, zowel in het verleden als in het heden. Zeer intelligent geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Thomas Mann (Lübeck, 1875 - Zürich, 1955) was een Duitse schrijver en winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur in 1929. Hij schreef onder andere de roman ‘Buddenbrooks’. Veel van de essays zijn oorspronkelijk gepubliceerd in 1938.

Trouw

Thomas Manns eigentijdse waarschuwing aan Europa
Paul van der Steen - 07 juni 2025

Het verdrag van München was nog vers, toen Thomas Manns bundel Achtung, Europa! in 1938 voor het eerst verscheen. Dat is te merken: de woede spat van het papier. En dat terwijl de schrijver van De Buddenbrooks en De Toverberg bekendstaat als een bedachtzaam persoon.

De Britten en de Fransen dachten in München de vrede te hebben veiliggesteld door de Duitsers toe te staan om het Tsjechische Sudetenland te annexeren. Maar Mann zag verraad en een 'smerig toneelstuk' voortkomend uit 'een ontaarde en leugenachtig-overbodige vredelievendheid'.

Bijna negentig jaar later gaan de gedachten onwillekeurig uit naar de manier waarop Donald Trump vrede denkt te bereiken door het uitwringen van Oekraïne en het paaien van Vladimir Poetin. Afspraken met de alleenheerser in het Kremlin zullen vermoedelijk even weinig waard blijken als het verdrag met Hitler. 'De treurige triomfator uit Berchtesgaden', zo noemde Mann hem.

Er zijn veel parallellen te trekken tussen de huidige tijd en de jaren dertig van de vorige eeuw; vandaar deze nieuwe uitgave van Achtung, Europa!. 'Een eigentijdse waarschuwing' luidt de ondertitel. Op het omslag staat daarbij: 'Een pleidooi voor menselijkheid, een protest tegen vervolging en rechteloosheid en een vooruitblik op de overwinning van de gerechtigheid'. Daar snakken ook veel mensen naar in de onrustige wereld van vandaag.

De heruitgave past in een trend; kennelijk hebben schrijvers van toen ons iets te zeggen. Onlangs verscheen ook een cassette met Menno ter Braaks Het nationaalsocialisme als rancuneleer, George Orwells Over nationalisme en Albert Camus' Een hogere liefde. Brieven aan een Duitse vriend, voorzien van inleidingen van Bas Heijne. Het voorwoord van Achtung, Europa! is van Arnon Grunberg.

Mann was verre van een heilige. Hij hield lang vast aan behoorlijk conservatieve ideeën en reageerde halfslachtig op de eerste anti-Joodse maatregelen. In de eerste tijd na de nazi-machtsovername in 1933 was hij drukker met het redden van zijn schrijverschap dan met het ageren tegen Hitler en de zijnen. Pas na lang aandringen van zijn familie vluchtte hij.

Grunberg neemt het voor de Nobelprijswinnaar van 1929 op. Hij schreef de hier gebundelde stukken uit de periode 1933-1938 zonder kennis van het latere Auschwitz. 'Thomas Mann zag uiteindelijk veel goed, maar niet alles. Dat hoeft ook niet. Thomas Mann werd een tovenaar genoemd, een tovenaar is geen ziener.'

Mann zoekt naar een houding en voelt verontwaardiging over wat hij ziet gebeuren. Die combinatie is de kracht van dit boek. Hij heeft de naam een moeilijke auteur te zijn, veel lezers liepen vast in zijn met lof overladen oeuvre. Ook Achtung, Europa! maakt het de lezer niet makkelijk. Zinnen nemen vaak behoorlijk wat regels in beslag en sommige alinea's strekken zich uit over drie pagina's.

Maar wie leest en - soms noodgedwongen - herleest, wordt beloond met nog altijd bruikbare inzichten. Over het cultiveren van het verkeerde soort nostalgie, die vrijwel alle kunst en nieuwe inzichten blokkeert. Over het verdacht maken van de intellectueel als 'Intelligenzbestie', betweter.

Mann schrijft ook over leiders die verblind zijn door megalomanie, en niets doen om reële problemen op te lossen. Ze verachten gewone burgers met 'de horizon van een konijntje', maar pretenderen desondanks de volkswil uit te voeren.

Helemaal achter in Achtung, Europa! wordt op nauwelijks iets meer dan een pagina summier iets verteld over de teksten in de bundel, daterend uit de periode 1933-1938. Die toelichtingen hadden best iets uitgebreider gemogen. En als korte intro bij de bijdragen hadden ze verhelderend gewerkt.